Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord agent

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(man; operative)
(instrument; intermediary; mediator; go‐between)
(means; tool; gadget; instrument; implement; utensil; medium)
(steward; intendant; reeve)
(representative; envoy);
; ;
volmachthebber
;
zaakgelastigde
shipping agent
shipping agent
sole agent
sola agento
;
(authoritative source; court; authority; body; instance)
(mediation; relaying);
tussenkomst
(trading agency; godown);
(strength; vigour);
(means; remedy; resource; avenue; expedience; expedient; recourse; way)
🔗 Then stronger agencies must be used.

EngelsNederlands
agent agens; agent; bewerker; depothouder; factoor; middel; rentmeester; tussenpersoon; vertegenwoordiger; werktuig; zaakwaarnemer
cleansing agent reinigingsmiddel
colouring agent kleurmiddel
commercial agent handelsagent
commission agent tussenhandelaar
confidential agent vertrouwensman
forwarding agent expediteur
general agent hoofdagent
insurance agent assurantiebezorger; verzekeringsagent
patent agent octrooigemachtigde
press agent persagent; publiciteitsagent
real estate agent makelaar in onroerend goed; makelaar in onroerend goederen
secret agent geheim agent
shipping agent expediteur; scheepsagent; scheepsmakelaar
softening agent wasverzachter
sole agent alleenvertegenwoordiger; depothouder
travel agent reisagent
washing agent wasmiddel
wetting agent bevochtigingsmiddel
agency agentschap; agentuur; bemiddeling; bureau; centrale; instantie; lichaam; middel; tussenkomst; vertegenwoordiging; werking
agent‐provocateur agent‐provocateur
coagent helper; medewerker
drying‐agent droogmiddel
house‐agent huizenmakelaar; makelaar; makelaar in huizen
land‐agent makelaar in landerijen; rentmeester
sub‐agent subagent