Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord wood

Nederlands/Engels
Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(timber)
(forest; timber)
(woodland; forest)
bos‐
;
woud‐
hout‐
cock of the wood
(capercaillie; western capercaille; Eurasian capercaille; wood grouse; heather cock; cock of the woods)
cock of the woods
(capercaillie; western capercaille; Eurasian capercaille; wood grouse; heather cock; cock of the wood)
master of the woods
(sweet‐scented woodruff; sweet woodruff; ladies’ bedstraw)
(brazilwood)
wood anemone
(windflower; thimbleweed; smell fox)
wood betony
(betony; purple betony; common hedge‐nettle; bishopwort)		;
wood ear
(Jew’s‐ear; jelly ear)
wood grouse
(capercaillie; western capercaille; Eurasian capercaille; heather cock; cock of the woods; cock of the wood)
wood pigeon
(common wood pigeon)
wood plant
wood squill
(Siberian squill)
Oosterse sterhyacint
wood stove
lignoforno
yellow wood anemone
(yellow anemone; buttercup anemone)
beech‐wood
birch‐wood
betula ligno
boxwood
(common box; European box; common boxwood; European boxwood)
(Pernambuco wood)
brushwood
(brush; scrub)
brushwood
(copse; coppice; shrubs; bushes; scrub; underwood; undergrowth; underbrush; brake)
cottonwood
(poplar)
felonwood
(bittersweet; woody nightshade; bittersweet nightshade; bitter nightshade; blue bindweed; climbing nightshade; fellenwort; poisonflower; scarlet berry; trailing bittersweet; trailing nightshade; violet bloom)
🔗 And there was still firewood to split.
🔗 Heart‐wood is usually darker in colour than the sapwood.
logwood
oakwood
(oak‐forest)
sandalwood
(alburnum);
🔗 The oldest, inner part of the sap‐wood is progressively converted into heart‐wood as new sapwood is formed at the cambium.
shadwood
(serviceberry; shadbush; juneberry)
shinglewood
(giant arbor‐vitae; giant cedar; Pacific red cedar; western arbor‐vitae; western red cedar)
(old‐man wormwood; southern wormwood; lad’s love)
underwood
(copse; coppice; shrubs; bushes; brushwood; scrub; undergrowth; underbrush; brake)		;
(tulip tree; tulip poplar; yellow poplar; American tulip tree; fiddle‐tree)
woodcock
wood‐cutter
(woodman)
wooded
(forested)
🔗 At noon clowns fought with bladders and wooden swords.
wooden
(lifeless; mundane; unexciting; listless)		; ; ; ; ; ; ;
malvigla
woodlark
wood‐louse
(sow‐bug)
woodman
(wood‐cutter)
woodpecker
(timberland; woodland; forest); ;
🔗 There was nothing in the woods on this side of the road, and Tam would have spoken if there had been anything on the other.
🔗 Vaguely he caught the smell of woodsmoke.
wood‐violet
(sweet violet; English violet; common violet; florist’s violet; garden violet)
woodwork
woody
(absinth)

EngelsNederlands
wood⇆ bos; ⇆ hout
acacia wood⇆ acaciahout
balsa wood⇆ balsa; ⇆ balsahout
cock of the wood⇆ auerhoen
cock of the woods⇆ auerhoen
in this neck of the woods⇆ hier in de buurt
kindling wood⇆ aanmaakhout
knock on wood⇆ afkloppen
master of the woods⇆ lievevrouwenbedstro
not see the wood for the trees⇆ door de bomen het bos niet zien
Pernambuco wood⇆ brazielboom
plastic wood⇆ vloeibaar hout
three‐ply wood⇆ triplexhout
touch wood⇆ afkloppen
wine from the wood⇆ wijn van het vat
wine in the wood⇆ wijn op fust
wood anemone⇆ bosanemoon
wood betony⇆ betonie; ⇆ koortskruid
wood club‐rush⇆ bosrus
wood ear⇆ Judasoor
wood engraving⇆ houtgravure
wood goblin⇆ boskabouter
wood grouse⇆ auerhoen
wood log⇆ houtblok
wood pigeon⇆ bosduif; ⇆ houtduif; ⇆ woudduif
wood plant⇆ bosplant
wood pulp⇆ houtpulp
wood rot⇆ houtrot
wood squill⇆ Oosterse sterhyacint
wood stove⇆ houtkachel
wood tar⇆ houtteer
yellow wood anemone⇆ gele anemoon
alder‐wood⇆ elzehout
ash‐wood⇆ essehout
beech‐wood⇆ beukehout; ⇆ beukenbos
birch‐wood⇆ berkehout
bitterwood⇆ kwassieboom
boxwood⇆ buksboom; ⇆ buksboompje; ⇆ buxus; ⇆ palmboompje; ⇆ palmhout; ⇆ palmstruik
brazilwood⇆ brazielboom; ⇆ brazielhout
brushwood⇆ kreupelhout; ⇆ onderhout; ⇆ rijs; ⇆ rijshout; ⇆ ruigte; ⇆ struikgewas
cherry‐wood⇆ kersehout
copsewood⇆ onderhout
driftwood⇆ drijfhout; ⇆ vlothout
dye‐wood⇆ verfhout
felonwood⇆ bitterzoet; ⇆ dolbessehout; ⇆ elfrank; ⇆ hoe‐langer‐hoe‐liever; ⇆ klimmende nachtschade; ⇆ kwalster
firewood⇆ brandhout; ⇆ kachelhout; ⇆ talhout
fuelwood⇆ stookhout
hardwood⇆ hardhout; ⇆ loofhout
heart‐wood⇆ kernhout
ironwood⇆ ijzerhout
lightwood⇆ aanmaakhout
lime‐wood⇆ lindehout
logwood⇆ blauwhout; ⇆ campêchehout
matchwood⇆ lucifershout; ⇆ splinters
oakwood⇆ eikehout; ⇆ eikenbos
pinewood⇆ dennehout; ⇆ dennenbos; ⇆ grenehout; ⇆ grenen; ⇆ pijnbos
pock‐wood⇆ pokhout
redwood⇆ kustmammoetboom; ⇆ kustsequoia; ⇆ mammoetboom; ⇆ reuzenmammoetboom; ⇆ roodhout; ⇆ sequoia; ⇆ watercipres
sandalwood⇆ sandelhout
sap‐wood⇆ spint; ⇆ spinthout
satinwood⇆ satijnhout
scrap‐wood⇆ afvalhout
shadwood⇆ krenteboompje
shinglewood⇆ reuzenlevensboom
southernwood⇆ citroenkruid
teak‐wood⇆ teakhout
underwood⇆ kreupelbos; ⇆ kreupelhout; ⇆ onderhout
whitewood⇆ tulpeboom
wood‐alcohol⇆ houtgeest
wood‐block⇆ houtblok
wood‐carver⇆ beeldsnijder; ⇆ houtsnijder
woodcarving⇆ houtsnijkunst; ⇆ houtsnijwerk
woodcock⇆ houtsnip
wood‐cutter⇆ houthakker; ⇆ houtsnijder
wood‐cutting⇆ houtsnijkunst
wooded⇆ bebost; ⇆ bosrijk; ⇆ houtrijk
wooden⇆ harkerig; ⇆ houten; ⇆ houterig; ⇆ planken
wood‐fibre⇆ houtvezel
wood‐fire⇆ houtvuur
wood‐fretter⇆ houtworm
wood‐gas⇆ houtgas
woodlark⇆ boomleeuwerik
woodlike⇆ bosachtig
wood‐loft⇆ houtzolder
wood‐louse⇆ houtluis; ⇆ pissebed
wood‐nymph⇆ bosnimf
woodpecker⇆ specht
wood‐saw⇆ houtzaag
wood‐sawyer⇆ houtzager
wood‐screw⇆ houtschroef
wood‐shaving⇆ houtkrul
wood‐shed⇆ houthok; ⇆ houtloods; ⇆ houtschuur
wood‐stack⇆ houtstapel
wood‐turner⇆ houtdraaier
wood‐violet⇆ bosviooltje; ⇆ maarts viooltje
wood‐wool⇆ houtwol
woodwork⇆ betimmering; ⇆ houtwerk; ⇆ schrijnwerkerij
woodworker⇆ houtbewerker
woodworm⇆ houtworm
woody⇆ bosachtig; ⇆ bosrijk; ⇆ bos‐; ⇆ houtachtig; ⇆ houtrijk; ⇆ hout‐; ⇆ stokkerig; ⇆ stokkig
wormwood⇆ alsem